2 juli 2007

Burundi, Rwanda, Guinee… Kameroen

Vijftien jaar geleden begon ons Afrika-avontuur in Burundi.
Op 25 maart 1992 vertrokken we, voor een voorbereidende vorming in Kigali, naar Rwanda. Twee maanden later stonden we in de plensende regen in Bujumbura. Ons Afrika-avontuur begon onder een goed gesternte, want bezoekers die regen meebrengen, zijn altijd welkom. In Bujumbura werkten we met straatkinderen, zowel Mie als Jan. Mie met de kindmoedertjes van Kamenge en Buyenzi, Jan met de ‘straatjongens’ die hun hachje probeerden te redden rond de centrale post of één van de vele markten van de hoofdstad. We maakten de ‘eerste democratische’ presidents- en parlementsverkiezingen mee, maar waren ook getuige van een staatsgreep, die het begin inluidde van een 10 jaar durende burgeroorlog. Deze staatsgreep kondigde ook ons vertrek aan uit Burundi, half 1994.
In Rwanda woedde toen de ‘genocide’, waarbij een miljoen mensen het leven verloor en dubbel zoveel mensen ‘hebben en houden’ achterlieten, op de vlucht voor dit zinloze geweld.
Begin 1995, op 1 februari, vertrokken we naar Rwanda… om er mee te werken aan de wederopbouw van het land. Rond Kerstmis werden we het land uitgezet, door een stel hebberige ‘Engelstalige’ Rwandezen, die gretig beslag legden op de bezittingen van een 47-tal internationale organisaties… in naam van het Rwandese volk… maar wel voor ‘eigen’ gebruik. We lieten de schouders niet zakken en keerden in februari 1996 terug naar Kigali, om er te onderhandelen met de nieuwe machthebbers. Ze hadden niets tegen het programma dat we uitvoerden met de lokale partners. Maar waarom we dan aan de deur werden gezet, was niet duidelijk. Een prefectorale ambtenaar wilde zich er persoonlijk voor inzetten, dat we terug konden komen… om het programma te coördineren… en in oktober 1996 keerden we definitief terug naar Rwanda. Het programma – omgedoopt tot PANDA, kreeg terug gestalte… en werd een begrip voor de vele boeren en boerinnen waar we mee samenwerkten. In 2002 lieten we PANDA over aan de lokale partners. Twee partners gingen verder met de lokale zustercongregaties, twee andere gingen resoluut op eigen benen staan en profileerden zich als sterke, autonome boerenorganisaties. Jan ging werken bij Imbaraga, het boerensyndicaat. Niet zonder moeilijkheden, want om de één of andere reden werd ons visum geweigerd. We keerden begin 2003 terug naar België, vroegen een nieuw visum aan en vertrokken terug in de maand mei, maar eind 2003 begon ‘immigratie’ opnieuw moeilijk te doen. Blijkbaar hadden ze ontdekt dat we in ’95 al eens aan de deur waren gezet… en, niet onbelangrijk… dat we met onze ‘participatieve’ aanpak meer mensen bereikten en mondig maakten bij Imbaraga, dan bij PANDA. Begin 2004 stonden we dus terug in België.
Het lot was ons gunstig gezind, toen Jan in mei een contract aangeboden kreeg om in Guinee-Conakry aan het werk te gaan. We vestigden ons in Kindia… de uitvalsbasis van Jan’s werk. Misschien liep niet alles steeds van een leien dakje, maar Jan kon er zijn ding rond ‘Appreciative Inquiry’ en ‘Open Space’ kwijt. De vrouwen waar Jan beroepshalve mee aan de slag ging – hij werkte er voor een voornamelijk uit boerinnen opgetrokken boerenorganisatie – kwamen versterkt uit het gezamenlijke avontuur… nadat ze in 2005 resoluut het heft in eigen handen namen.
Het avontuur had nog verder kunnen gaan in Guinee, ware het niet dat Trias – de werkgever van Jan in Guinee – zich niet kon uitspreken over een contractverlenging… en we midden in een schooljaar van Grâce, dreigden te moeten verhuizen. Een wat bizarre opstelling van Trias, zo midden in de voorbereiding van een nieuw zesjaren programma… maar zeker niet de eerste.
Het zekere, voor het onzekere nemende… solliciteerde Jan terug bij Broederlijk Delen (
www.broederlijkdelen.be), die op zoek waren naar iemand voor Kameroen. Op 31 augustus vertrekken we, voor een volgend hoofdstuk van ons Afrika-avontuur, naar Mbalmayo… een stadje op een veertigtal kilometer ten zuiden van Yaoundé, de hoofdstad. Jan gaat er werken bij: “CRADIF, Centre Régional d’Appui et de Développement des Initiatives Féminines, is een lokale ondersteunende NGO. Sedert 2004 ondersteunt Broederlijk Delen een programma dat technieken van duurzame landbouw introduceert zoals compostering, agroforesterie (een combinatie van hagen en bomen met landbouwgewassen) en geïntegreerde landbouw promoot als alternatief voor de traditionele landbouwmethode die schadelijk is voor de bodem en het milieu in ’t algemeen.
De beleidsdialoog van Broederlijk Delen is erop gericht CRADIF aan te zetten om vooral op het terrein ambitieus te zijn, en dààr het werk waar te maken. CRADIF is een relatief kleine begeleidende NGO. Echte betrokkenheid op de doelgroep en dichte opvolging zijn vereisten voor goed werk. Vanaf 2006 krijgt CRADIF DGOS-medefinanciering.”

Voor Grâce en voor Mie verandert er ook wat…
In Rwanda ging Grâce naar de Internationale school ‘Antoine de Saint-Exupéry’ – genoemd naar de schrijver van ‘Le Petit Prince’. Die school volgde een systeem van afstandsonderwijs en begeleidde de kinderen met lokale ‘leerkrachten-begeleiders’. Dit afstandsonderwijs met de CNED (Centre Nationale de l’Education à Distance) zorgde er wel voor, telkens we weer eens onverwacht in België stonden, dat Grâce gewoon kon doorstuderen en Mie tijdelijk de begeleiding overnam. In Guinee waren we echter genoodzaakt om fulltime op dit afstandsonderwijs over te schakelen, bij gebrek aan ‘degelijke’ onderwijsinstellingen in Kindia. Mie nam haar taak als fulltime begeleider ter harte, wat niet steeds evident was, en begeleidde Grâce in haar studies… laatste jaren van de lagere school en het eerste jaar van het middelbaar. Dit laatste jaar werd ze bijgesprongen door Hendriekje, een 18-jarige Oostendse die Grâce begeleidde bij de meer creatieve vakken en bij Engels. Met succes, want Grâce kreeg van de CNED al te horen dat ze over mag naar het volgende jaar van de ‘collège’… le Cinquième. Maar Grâce heeft nood aan leeftijdsgenootjes… andere meisjes om haar interesses mee te delen, kattekwaad uit te halen, geheimen te delen. Daarom willen we ze in Kameroen – we zitten namelijk dichter bij de hoofdstad – inschrijven in een Franse school. Tegelijkertijd gaat Mie ook op zoek naar werk… en misschien kan ze wel aan de slag op dezelfde school.

1 reacties:

Nathalie zei

halloookes

ik lees jullie site stuk voor stuk en tss de soep en de patatten!
Hetgeen ik al gelezen heb, lijkt me super fijn en het lijkt of jullie een heel boeiende periode tegemoed gaan

tot later
nalie