30 november 2007

Afspraak 8 december 2007


22 november 2007

Op terreinbezoek

Messam
We moesten er wel een eindje voor rijden, maar het was de moeite waard. Even een bezoekje brengen aan een van de verwezenlijkingen van het programma. Dan denk je… een kwartiertje rijden of zoiets, maar het ging dus een eind verder. Zowat zestig kilometer ver. Gelukkig woont Mama Suzanne aan de kant van de weg, dus moesten we – voorlopig – niet door de modder ploeteren.
Mama Suzanne weet waarover ze het heeft. Duurzame landbouw… toegepast. Ik was verrast door de ‘pépinière’… waar ze naast enkele ‘zeldzame’ inheemse boomsoorten… ook ‘karité’ in zakjes hebben staan. In Guinee zeiden ze dat zoiets onmogelijk is en later op het internet wordt dat ook bevestigd… dat het heel moeilijk is, maar het is dus niet omdat het moeilijk is, dat het onmogelijk is. Ik zie het levend bewijs voor me. Op de vraag waarom ze zoiets doet, want de planten – bomen – geven pas over ongeveer dertig tot veertig jaar pas vruchten… antwoord ze dat de komende generaties toch ook moeten leven. Het ebbenhout en de andere ‘zeldzame’ houtsoorten doen er nog langer over en de bomen die ze nu omhakken – voor de export – deden er zowat 200 jaar over om die omvang te bereiken. Rhoddy vroeg of ze ‘verbeterde’ maniok of bananen plantte op haar perceel. Wat is verbeterd? Wat bedoel je daarmee? Natuurlijk selecteer ik de ‘goede’ van de ‘slechte’ zaden, planten… ik weet wat ik doe. Kijk… en ze tekent met een machete in het zand, hoe ze haar perceel heeft ingedeeld en welke voorzieningen ze trof om allerlei ziektes tegen te gaan. Autochtone remedies om ziektes bij de planten tegen te gaan. Mama Suzanne beschikt over een uitgebreide kennis van de planten om haar heen, de planten in het regenwoud. Ze worden ook gebruikt als ‘geneesmiddel’… ze heeft niet zo’n hoge pet op met de ‘westerse’ geneeskunde. Kijk… die boom is goed tegen malaria… en die voor dit, en die voor dat. Midden tussen haar perceeltjes staat een varkensstal die voor mest zorgt en niet stinkt. Blijkbaar krijgen die varkens een uitgemeten dieet. We lopen door de veldjes, waar aardnoten groeien tussen de bananenplanten… alles netjes onderhouden… omgeven door ‘levende’ hagen. Toegepaste ‘duurzame’ landbouw. Hoeveel Cradif daar voor iets tussenzit is nog de vraag. In ieder geval is de ‘bodem’ waarop Cradif zijn praktische vormingen ‘ent’ vruchtbaar. Spijtig genoeg is er geen tijd om verder op het terrein te gaan en de velden te bezoeken waar Mama Suzanne en haar groep groenten en andere gewassen verbouwen… in associatie met inheemse boomsoorten.
Kortom… een perfect voorbeeld van geïntegreerde ‘duurzame’ landbouw.


Ngat
Op zo’n 17 km voor Mbalmayo gaan we van het asfalt en nemen de piste die naar Ngat leidt. Het wordt een moeizame rit van 5 km. De auto van Lou valt tot driemaal toe in panne. De weg is modderig en we slippen van links naar rechts. Op een kilometer van Ngat – we verliezen teveel tijd – beslissen we om te voet verder te gaan. Gelukkig regent het niet. Ngat stond op het programma – wellicht omdat de ‘Maire’ van Mbalmayo hier vandaan komt – om een boomgaard te bezoeken. Die boomgaard ligt een eindje de ‘brousse’ in en het is duidelijk te zien dat het pad ernaartoe pas gisteren is ‘vrijgemaakt’. De boeren verontschuldigen zich dat er zo weinig ‘leden’ zijn, want het is cacaoseizoen en iedereen is het woud ingetrokken om de cacaopeulen te verzamelen. De boomgaard is moeilijk te onderscheiden door het hoge gras en het overwoekerende onkruid. Neen, we doen niet aan agroforesterie, wij beslisten om fruitbomen te planten. Je merkt dat ze meer op het ‘onmiddellijke’ profijt uit zijn, dan de vorige groep. Spijtig, want als een ‘actieve’ groep in het dorp het voortouw niet neemt om ‘bedreigde’ boomsoorten voor de komende generaties te behoeden… wie zal het dan wel doen? Voor mij is het althans duidelijk dat de doelstellingen van deze groep totaal verschillen van de vorige groep. Misschien gebruiken ze wel ‘duurzame’ technieken en dat is uiteraard een ‘eerste’ stap, maar ze zijn nog lang niet waar die andere groep staat qua duurzaamheid op ‘lange’ termijn.


Steunen kan:
Via http://www.broederlijkdelen.be/ of http://www.ikwilhelpen.be/iwh/org.php?oid=25

21 november 2007

En brousse... Ngomenzap

We zouden zoals afgesproken om 13u30 stipt vertrekken, maar dat was zonder de gebruikelijke ‘voorbereidingen’ gerekend. Agnès was om te beginnen niet op het rendez-vous en Michel moest uiteraard nog gaan tanken. We wachten dan maar voor de teleboetiek – een initiatief dat ondersteund wordt door Elisabeth – waar sinds die ochtend een oude vrouw zich voor de ingang een plaatsje koos en daar nu niet meer weg wil. Die oude vrouw zou al een week op het busstation rondhangen… verstoten door haar familie… met heel haar hebben en houden in een grote boodschappentas. Je ruikt dat ze zich al een tijdje niet meer gewassen heeft. Elisabeth gaat in de lokale taal tegen haar tekeer… met pijn in het hart, zoals ze achteraf zegt… en dreigt de politie erbij te halen. Die is blijkbaar niet geïnteresseerd in het oplossen van de situatie – het politiekantoor bevindt zich vlak naast de teleboetiek. Toch maakt Elisabeth indruk, want na enkele minuten begint het vrouwtje al haar ‘rommel’ bijeen te scharrelen en maakt alsnog aanstalten om zich ergens anders te gaan ‘nestelen’. Agnes heeft inmiddels van zich laten horen… ze staat voor het kantoor – volgens haar was ze op tijd. Niet dus. We geven haar een ‘nieuwe’ rendez-vousplaats en vinden haar enkele minuten later aan de kant van de weg. Met zo’n dertig minuten vertraging gaan we op weg naar Akok, een plaatsje net voorbij Ngomenzap, een plaats ten westen van Mbalmayo. De piste ligt er hobbelig bij, maar wanneer je er tegen 60 km per uur over rijdt, valt het best mee. Uiteraard moet je dan wel in het juiste spoor kunnen blijven… en dat kan niet wanneer er tegenliggers zijn. We schieten aardig op… tot – we zijn een uurtje onderweg – de motor plots stilvalt. Michel weet wat er mis is en kan de motor terug gestart krijgen. Dan begint Elisabeth – voor de zoveelste keer – te klagen dat de auto pas in de garage is geweest… dat dit niet kan… dat er geen goede mecano’s zijn in Mbalmayo… en patati en patata. Enkele kilometers verder begeeft de motor het opnieuw. Michel stapt weer uit, zwaait de motorkap open… en krijgt er weer leven in. We maken er grapjes over… hoe goed hij wel is… hoe hij als ‘volleerde’ mecanicien de auto herstelt. We maken ons ook vrolijk over de ‘zwarte kunsten’ van Agnes, die beweert dat ze de regen kan doen ophouden… of omgekeerd. De slechte weg doet Elisabeth terugdenken aan haar verleden als ‘animatrice rurale’. Hoe ze een keer met een stel Canadezen op stap was ‘en brousse’ en ze tegen het ‘einde’ van haar ‘eerste’ zwangerschap aanzat. Ze voelde vanalles bewegen en had hevige pijnscheuten… die haar er uiteindelijk toe brachten toch maar naar haar gynaecoloog te stappen in Yaoundé. Daar beviel ze ‘twee’ maanden later van een zoon, nadat ze op aanraden van een mama - die reeds 14 kinderen ter wereld bracht – een lavement plaatste. Een gebruik dat van generatie op generatie wordt overgebracht van moeder op dochter, en waar wij ‘blanken’ volgens Agnès (hoe ze het woord bijna uitspuwt) geen weet van hebben. Geboortegewicht van die ‘voldragen’ vrucht… 2,2 kilo. Even natellen… en we komen op een zwangerschap van 11 maanden. Dat gebeurt wel meer beweert Agnès… wat weten wij ‘blanken’ daar nu over. Waar hebben we dat nog gehoord… van die ezelsdrachten en eeneiige tweelingen die met vier maanden tussentijd geboren werden? Rwanda? Juist! We lachen wat af, daar in de auto. De motor begeeft het voor de derde, vierde, vijfde, zesde maal. Telkens weer ruimt Michel het euvel uit de weg en hobbelen we weer enkele kilometers verder. De zevende keer hebben we prijs. Michel stapt uit en… moe van steeds weer dezelfde handelingen te moeten uitvoeren, roept hij de hulp in van enkele jongeren die er toevallig rondhangen. In Kameroen – en bij uitbreiding in heel Afrika (naar onze ervaring) – is in ieder dorp, ieder zichzelf respecterende man een ‘uitstekende’ auto-mecanieker. Gevolg… ze beginnen allemaal – om beurten – aan de motor te prutsen… zodat hij ‘niet’ meer start. Een uur later heeft al die lokale kennis van ontploffingsmotoren ons nog geen millimeter verder geholpen. Een van de jongens beweert ‘apprenti’ te zijn, ‘leerling’… maar dat is inderdaad wat het zegt… leerling en niets meer. De verlossing komt plots aangereden op een Yamaha 125cc. De bestuurder van de motorfiets herkent Elisabeth - en zei hem – en houdt halt. Hij is een echte mecanicien en heeft in een wip de klus geklaard. Problemen met de ‘verdeler’… ‘delco’ voor de ingewijden. Die is versleten en loopt keer op keer warm. Maar voorlopig is de panne herstelt en kunnen we onze weg verder zetten. We hadden voorzien om tegen 16 uur bij de boeren aan te komen, maar dat wordt 18 uur… dus het begint al aardig donker te worden.
We doen ons ding bij de boeren, waar we voor gekomen waren… een korte consultatieronde, en vatten de terugweg aan.
In Ngomenzap valt de motor weer stil. Gelukkig kunnen we rekenen op de ‘goede’ mecanicien, die een lift vroeg en kreeg naar Mbalmayo. De motor zal al bij al nog een tiental keren stilvallen. Telkens weer wordt het euvel verholpen… door water op de ‘verdeler’ te gieten om hem af te koelen. Wanneer het water op is, stoppen we voor een huisje waar een petroleumlamp brandt. Agnès loopt er met veel kabaal naartoe… de mensen – in lokale taal – geruststellend, dat we geen boeven zijn, maar enkel water zoeken. Even later komt ze terug met twee flessen en een kleine jerrycan vol met fris bronwater. Net voorbij de Nyong staat er een lichte truck aan de kant van de weg geparkeerd. De bestuurder roept dat de weg verderop geblokkeerd is. We rijden door en zien in de verte inderdaad lichten van vrachtwagens. Die wilden mekaar kruisen op deze smalle weg, maar kwamen tegelijkertijd aan een houten brug, waar maar plaats is voor één vrachtwagen. Door de lengte van hun vrachtwagen is het heel moeilijk – zeker in het pikkedonker – om te manoeuvreren. We kunnen er gelukkig ‘net’ langs en raken veilig over de houten brug. Om 22u30 kwamen we toe in Mbalmayo.


Wil jij ook een steentje bijdragen aan de ontwikkeling van het Zuiden, dan kan dat via onderstaande link van Broederlijk Delen.

http://www.broederlijkdelen.be/
of
http://www.ikwilhelpen.be/iwh/org.php?oid=25

Red de Solidariteit

Hoog tijd om te handelen en ons niet verder belachelijk te maken in de rest van de wereld. Klik op onderstaande 'link' en doe mee... Red de Solidariteit. 85.000 'belgen' ondertekenden al deze petitie (waarvan 60% uit het noorden van het land)... we willen op zijn minst de kaap van de 100.000 bereiken. Doe jij ook mee?

http://www.reddesolidariteit.be/docs/RedDeSolidariteit_mail.htm

30 september 2007

Mobiel op het Internet


In Guinee-Conakry was het een ware calvarie om op het Internet te geraken. Inbellen op Sotelgui - het nationale telefoonbedrijf - was een kwestie van volhouden en veel, veel geduld. Wanneer je dan eindelijk een ‘trage’ verbinding tot stand gebracht had… werd je om de paar minuten van het net gesmeten. Opnieuw proberen… en hopen op een nieuwe verbinding. Uiteraard rekende Sotelgui elke poging aan als een verbinding (10 eurocent per poging). We probeerden het uiteindelijk via een satellietverbinding bij de buren, een cybercafé, waar ze – voorlopig – geen problemen hadden. Maar meer mensen kwamen op hetzelfde idee… dus lijnen overbelast… dus terug naar af. Pittig detail… de eigenaar van het cybercafé, was tegelijkertijd de directeur van Sotelgui in Kindia. Slechte telecommunicatielijnen dreven de mensen dus naar ‘zijn’ cybercafé.

In Kameroen hadden we binnen de week al een verbinding met het Internet. Ook via het nationale telefoonbedrijf – Camtel – maar beter georganiseerd en steeds bereid om je met raad en daad bij te staan. De verbinding loopt via de GSM en je kunt dus inbellen waar je maar wil… op voorwaarde dat er netwerkverbinding mogelijk is. De snelheid van de verbinding varieert van 28.8 Kbps tot 115.2 Kbps, die een redelijk goede verbinding geeft en de mogelijkheid biedt om bij gelegenheid iets op te zoeken op het Net en niet al te grote bestanden te downloaden. Dus geen peperdure satellietinstallatie meer nodig en geen gesakker op slechte lijnen.

Tot surfs!

5 september 2007

Kameroen… eerste indrukken

Vrijdag 31 augustus 2007… rond 17 uur landden we op de luchthaven van Yaoundé. Wat een verschil met Guinee! Alle controles zijn correct georganiseerd en de immigratie- en douanediensten gedragen zich voorbeeldig… we waren ‘anders’ gewoon. Het is evenmin ‘lang’ wachten op de bagage – in Conakry kon je gerust een uur staan wachten op de eerste koffers – na 5 minuten kunnen we reeds ons eerste ‘stuk’ van de bagageband plukken. Na het ‘scannen’ van de koffers – we moesten ze zelfs niet openen – vinden we Lou (steunpunt Broederlijk Delen) en Elisabeth (Directrice van CRADIF) in de aankomsthal. De ‘kruiers’ gedragen zich zoals ze dat overal doen in Afrika… opdringerig. Ze willen allen een handje toesteken en een graantje meepikken… teveel handen voor te weinig koffers. De bagage wordt over twee auto’s verdeeld en we rijden richting stad. Een goede weg… en geen rijdende ‘wrakken’ en overladen minibusjes op de weg. Het enige dat ze lijken te respecteren van de wegcode… is het rechts rijden… voor de rest is het… het recht van de sterkste of de chauffeur met het meeste wilskracht. Maar… nogmaals… wat een verschil met Conakry! Geen chaotische toestanden aan de kant van de weg… en alles ook redelijk netjes. In de stad – toch goed voor 1 miljoen inwoners – geen onnoemelijk verkeersopstoppingen. En wat ons ’s avonds nog het meeste opvalt… er is steeds ‘stroom’… en water uit de kraan. We hebben het ooit anders gekend.

Het verkeer in Yaoundé

Het lijkt op een bezige mierenhoop. Iedere mier lijkt te weten waar ze juist naar toe wil en schuift mee aan in de rij die de juiste kant op gaat… tot ze aan een kruispunt komt en de andere kant opdraait… of toch nog even terugloopt… om dan weer in een andere rij mee verder te lopen. Ze raken mekaar soms lichtjes, maar erge ongelukken gebeuren er bijna nooit… of toch… wanneer een mier uit een ander deel van de hoop, zich op avontuur waagt in de andere delen van de hoop. Ze ritsen haast feilloos in mekaar, af en toe toeterend en foeterend – voor de couleur locale zeg maar – maar de beweging stokt haast nooit. Of toch… daar waar ze zich om wat dan ook moeten bevoorraden. Voorrang van rechts… ja, maar je moet ze niet té lang laten twijfelen of er zit zo een naarstig miertje tussen die je aarzeling als een uitnodiging opvat. Zo schuiven ze… bumper aan bumper door de stad in één vloeiende beweging… op de spitsuren begeleid door de met witte hoeden getooide politieagent of –agente. Vrolijk glimlachend om het steentje dat ze kunnen bijdragen aan het vlotte verloop van de ochtend- of avondspits.

22 juli 2007

“Afrika in het klein” is nog steeds de beschrijving van Kameroen die het mooist de verscheidenheid weergeeft van het land, zowel op geografisch en klimatologisch gebied als wat de vele bevolkingsgroepen en hun activiteiten betreft. Je hebt er allerlei: bergvolkeren die sterk van de landbouw en de handel leven, savannevolkeren met hun landbouw en veeteelt, woudvolkeren met landbouw en het uitbaten van de bosproducten, en volkeren aan de kust voor wie de visvangst voor het nodige levensonderhoud zorgt.
Een land met dezelfde oppervlakte als Frankrijk, dat het scharnier vormt tussen West- en Centraal-Afrika en met een bevolking van rond de 17 miljoen inwoners. Een land waar politieke hand- en spandiensten en corruptie op hoog en laag niveau hoogtij vieren. Er is een grote buitenlandse schuld. De verspreiding van HIV/AIDS gaat er in stijgende lijn. En de armoede is er nog steeds vooral een landelijk fenomeen. Dit zet vooral jongeren ertoe aan naar de stad te trekken, hopend op een beter leven.
Toch is het een land met heel wat mogelijkheden. Kameroen heeft een economische groei van om en bij de 5 procent, heeft grondstoffen en vruchtbare grond en beschikt dus over diverse economische mogelijkheden. Het heeft een bevolking die erg vreedzaam is en bereid is te werken aan een betere toekomst. In het land zijn er heel wat lokale verenigingen van mensen die zich willen vormen en die zich willen organiseren om maatschappelijk een rol te spelen. Er zijn veel organisaties die deze dynamiek of inspanningen aan de basis begeleiden en een bezoeker kan zich laten verrassen door de ontmoeting met moedige mensen die heel wat “ontwikkelings”weg afleggen.

DOELSTELLINGEN VAN BROEDERLIJK DELEN
Broederlijk Delen speelt in op deze vele lokale en eigen plannen van mensen, groepen en hun gemeenschappen en ondersteunt daartoe een 16-tal partnerorganisaties in het land. Daar horen zowel begeleidende organisaties als grotere zelforganisaties van boeren bij. Broederlijk Delen beoogt bij te dragen tot een duurzame landelijke ontwikkeling. Onze sleuteldoelstelling daarbij is boerenorganisaties te helpen zich beter te structureren én duurzaam te produceren (tuin- en landbouw, veeteelt, visteelt, niet-houtachtige bosproducten). Een betere commercialisering van de geteelde en eventueel verwerkte producten, is een ander belangrijk aspect.
Enkele belangrijke elementen om deze doelstellingen te bereiken zijn:
Het aanwenden van duurzame landbouwmethoden, zoals het aanplanten van geschikte boomsoorten voor behoud of verbetering van de bodemvruchtbaarheid en bestrijding van erosie. Het combineren van landbouw en vee- of visteelt. Het goed beheer van de natuurlijke hulpbronnen zoals water, door bijvoorbeeld dammetjes in droge gebieden, behoud van bos, door niet-houtachtige bosproducten uit te baten e.a.

De eigen positie van de boerenorganisaties in de samenleving versterken en samenwerking met andere organisaties om hun belangen te verdedigen. Zo kunnen ze dan worden betrokken bij het proces van decentralisering.

Toegang tot zelfbeheerde spaar- en kredietsystemen die toelaten de nodige productiemiddelen te verwerven en de commercialisering voor te financieren.

Specifieke aandacht voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen, én voor de jongeren.

Specifieke aandacht voor de invloed van HIV/AIDS op de mogelijkheden van het platteland en omgekeerd, de kansen die bovenstaande elementen bieden in de strijd tegen HIV/AIDS.