2 juni 2011

Dan komt het loze vissertje...

September, nog twee maanden voor ze opnieuw de rivier op mogen, maar ondertussen moet er wel voor eten gezorgd worden én moeten de kinderen naar school. Nicolas zit voor zijn hut voor zich uit te staren. Twee maanden wachten om opnieuw te mogen gaan vissen op de Pendjari, terwijl op de waterplassen in het park zoveel vis zit. Het is niet zo moeilijk om er te geraken, want het park lijkt wel op een oceaan met hier en daar een eilandje groen… en een prauw heeft hij… dus wat is het probleem? De plassen liggen in het park… en net daar mogen we niet vissen. Maar wie ziet het? De parkwachters kunnen er zelfs met de 4x4 niet geraken, en met de motorboot, horen we ze van ver aankomen. Bovendien, denkt Nicolas, zet ik pas ’s avonds na zonsondergang mijn netten uit… en tegen de ochtend ben ik terug weg.

Maart, op het einde van de maand zit het visseizoen erop. In het visserskamp zit Nicolas een beetje verdwaasd naar zijn vangst te kijken. Zo kan ik mijn schulden aan de visopkopers nooit afbetalen denkt hij. Nauwelijks drie kilo vis gevangen… en zo gaat het al een tijdje. Vroeger, ja vroeger, kwamen we rond deze tijd handen te kort om de vis te sorteren, 10, 20 kilo was dagelijkse kost. De visopkopers en groothandelaars bleven nauwelijks enkele dagen in het kamp… maar nu logeren ze hier al twee maanden, om hun koelwagen vol te krijgen. Verse vis… ze moesten eens weten in Ouagadougou hoe lang die ‘verse’ vis al op het droge is. Vroeger had ik rond de jaarwisseling mijn krediet van 250.000 Fcfa al terugbetaald… nu blijf ik met schulden zitten… en voor volgend jaar de belofte dat ik geen krediet meer zal krijgen. Nicolas weet echt niet meer wat te doen. Moet hij net als de anderen de rivier oversteken, daar een nieuwe vergunning kopen en blijven verder vissen? Want die van de overkant mogen nog twee maanden verder proberen hun netten te vullen.

April, de enige prauwen die je op de rivier ziet, zijn prauwen met toeristen. Waar zijn al die vissers van de overkant gebleven, vraagt Nicolas zich af. Ze zijn zeker nog in de kampen, want er kringelt regelmatig rook boven de boomtoppen, dus is er iemand aan het koken of misschien wel vis aan het roken. Maar wanneer Nicolas op een nacht al zijn moed bijeenraapt en op zoek gaat naar de vissers… ziet hij ze als dwaallichtjes aan de andere oever van een van de waterplassen opdoemen. Ze zijn hun netten aan het plaatsen… en ’s ochtends voor de eerste zonnestraal de savanne verlicht… zijn ze weer weg. Aan de overkant… is er geen mens die vraagt waar die dikke vette vis dan wel vandaan komt.
Mei, zo kan het echt niet blijven duren. Nicolas zit nog altijd met zijn schulden en net nu hoort hij op een bijeenkomst met de parkdirectie dat het zelfs beter zou zijn dat er helemaal niet meer gevist zou worden op de Pendjari. Wetenschappers zouden berekend hebben dat ze aan dit ritme over een jaar, maximum twee het hele visbestand hebben opgevist… en dan spreken ze alleen maar over wat ze in de rivier hebben vastgesteld, bedenkt Nicolas. Weten ze wel wat er in de waterplassen nog aan vis zit? De parkdirectie weet wel dat er op die plassen gevist wordt, maar staat machteloos. Tegen de tijd dat ze eindelijk ter plekke zijn… zijn de visstropers al gevlogen… naar de andere kant van de grens, waar men het niet zo nauw zou nemen met de biodiversiteit. Een vis is een vis, hoe groot of hoe klein, maakt niet uit. En vis, betekent geld, eten… schoolgeld voor de kinderen (in het beste geval). Nicolas heeft er nooit bij stil gestaan waar al die vis in de rivier vandaan kwam, maar hier komt hij het eindelijk te weten. De vissen planten zich voort in de waterplassen, die tijdens het droog seizoen niet langer in verbinding staan met de rivier. Zo kan die vis zich rustig voortplanten en kunnen de andere uitgroeien tot volwaardige vissen. Tijdens het regenseizoen, wanneer de savanne blank staat… en er weer verbinding is tussen plas en rivier, kunnen een deel van die vissen niet aan de lokroep van de Pendjari weerstaan en kiezen ze voor een leven in de rivier. Wie weet droomt er wel eentje van een verre verkenningstocht via Togo en Ghana, om uiteindelijk via de Volta in de oceaan terecht te komen. Als we niets doen, bedenkt Nicolas luidop, wat kan ik dan nog aan mijn kinderen doorgeven? Wat moet ik ze later vertellen? Hoe kan ik ooit uitleggen dat ik eraan meegewerkt heb, om de hele rivier leeg te vissen. Niets om fier over te zijn.

0 reacties: