18 november 2009

Exit CRADIF

Op 31 oktober kwam er een einde aan mijn contract bij CRADIF. Eind juni kreeg CRADIF reeds te horen dat de samenwerking met Broederlijk Delen werd stopgezet, wegens een negatieve audit, maar dat ikzelf - in samenspraak met de lokale partner - nog kon blijven werken tot het einde van dit jaar. Vermits er al een akkoord was om mijn contract tot juli volgend jaar te verlengen, lag ik niet meteen wakker van een contractverlenging die eind 2009 al zou aflopen, maar in september - na onze vakantie in België - leek het opeens niet zo evident meer. Elisabeth GELAS - de directrice - die al de helft van de lokale ploeg naar huis stuurde, verschool zich achter een fictieve raad van bestuur, die plots vragen had bij mijn aanwezigheid bij CRADIF. Soit, om een lang verhaal kort te maken… Elisabeth speelde gewoon met mijn voeten en had zelf al lang beslist om mij bij CRADIF weg te werken… om een vervelende getuige kwijt te zijn. Mama Suzanne - de enige vertegenwoordigster van de boeren in de raad van bestuur - was in alle staten toen ik haar de beslissing van de ‘raad van bestuur’ mededeelde. Een ander lid van de ‘raad van bestuur’, die de boodschap aan Broederlijk Delen ondertekende, had tot op de dag dat ik hem de ‘back-ups’ van Cradif bezorgde, het ‘bewuste auditrapport’ nog niet onder ogen gekregen… enkel een vraag van Elisabeth GELAS om mij te ontslaan… met opgave van alle redenen die ze zich kon bedenken.

‘t Is spijtig om op die manier afscheid te moeten nemen van de boerengroepen waar ik een tijdje mee op weg was… spijtig dat er toch steeds weer mensen zijn die de ‘kans-armoede’ van hun medemensen uitbuiten voor hun eigenbelang.

Ik heb Elisabeth lang het voordeel van de twijfel gelaten, enkel de ‘goede’ kanten willen zien, om daar op verder te bouwen, maar moet nu vaststellen dat met Elisabeth GELAS niets is wat het lijkt… eigenlijk alles verloren gaat omdat die ‘gewonnen’ expertise enkel op papier bestaat (en bestond) en verdwijnt met het vertrek van de betrokken personen. Zo vond ik geen enkel spoor van de bijdrage van vroegere medewerkers.

Gelukkig gebruiken een aantal boerengroepen hun gezond boereverstand en zullen ze hun weg wel vinden. De meesten zaten niet te wachten op een organisatie als CRADIF om hun eigen projecten uit te werken en profiteerden van de gelegenheid om ‘misschien’ aan wat extra middelen te komen (wie kan ze dat kwalijk nemen?) om hun ‘eigen’ projecten wat vlugger van de grond te krijgen. Die groepen die enkel op CRADIF rekenden om ‘iets’ te ondernemen, zouden er op eigen houtje ook niets van bakken.

Aan een aantal mensen hou ik een warme herinnering, hun ‘eenvoudige, maar diepgaande’ visie op duurzame ontwikkeling, over een realistische ’stap-voor-stap’-benadering (twee voetjes op de grond) gericht op resultaten (die mogen gezien worden). Boeren en boerinnen die naar meerwaarde zoeken in de samenwerking met lokale of internationale ngo’s, en die, wanneer ze die niet vinden, liever ‘alleen’ verderboeren, dan zich al te afhankelijk op te stellen en zich in alle mogelijk bochten wringen om aan de eisen van die ‘geldschieters’ te voldoen.

We kijken uit naar een andere opdracht in het Zuiden, want ‘Home is where the heart is!’