6 december 2007

Alles... behalve hout



Paul Atangana leeft van het woud, het tropische regenwoud. ’s Ochtends vroeg – wanneer het niet al te hard regent – trekt hij er op uit. Soms vergezeld door één van zijn zoons die nog thuis wonen, maar meestal op zijn eentje. Een uurtje stappen door het regenwoud op een pad dat alleen hij kent en herkent, tussen de majestueuze bubinga’s, moabi’s, adjap’s, bibolo’s, ebène’s, ayous en galam’s… vergezelt door het gekrijs van de apen en de ochtendbalts van de vele vogels die het woud bewonen. Na een uurtje wordt de begroeiing iets minder dicht en komt hij aan een uitloper van de Nyong. In het regenseizoen – wanneer de Nyong ver buiten zijn oevers treedt - kan hij zo ver niet komen en ligt zijn ambachtelijk werk noodgedwongen stil. Maar nu het droog seizoen zich aankondigt en het waterpeil aanzienlijk gezakt is, kan hij makkelijk tot bij zijn prauw komen en begeeft hij zich – gewapend met een kapmes en een kleine handzaag – op het water. Hij moet zich een weg banen tussen de rietstengels en overhangende lianen, die hij met een kennersblik in zich opneemt… want hier vind hij de grondstoffen voor ‘productie’. Hij kapt zorgvuldig rietstengels en lianen, van verschillende dikte. Zijn handen en armen zijn verweerd, van de vele schrammen die hij al die jaren opliep bij het kappen van de lianen, die meestal bedekt zijn met ontelbare doorntjes. Wanneer zijn prauw vol raakt en Atangana vindt dat hij genoeg materiaal heeft, peddelt hij terug naar de ‘oever’… of wat daar voor doorgaat, want een echte oever is er niet, enkel een plek waar de grond iets steviger is onder de voeten en de prauw zonder problemen kan vastgemaakt worden. Met het riet en de lianen in een grote bussel samengebonden op zijn hoofd… loopt hij dan terug naar het dorp. Dat dorp lag vroeger aan de oude aarden weg die de hoofdstad met het zuiden verbond. Enkele jaren geleden werd die weg rechtgetrokken en geasfalteerd ten behoeve van de houtvesters, die verderop het woud uitbaten, maar dat is een ander verhaal. Voor Paul Atangana is die weg tegelijkertijd en vloek en een zegen. De rust in het dorp is weg, want de auto’s razen de hele dag voorbij zijn deur… en ‘s nachts zijn het de vrachtwagens die de omgelegde woudreuzen afvoeren. Maar hij profiteert er ook van, want door de ontsluiting van het gebied kunnen de ‘klanten’ tot bij hem komen en zijn handwerk bewonderen. Paul Atangana maakt stoelen, tafels, zetels, kasten… wat je maar wil… als het maar niet van hout gemaakt moet worden, want hij weigert ook maar één boom om te leggen. Hij verwerkt het riet en de lianen (zie foto’s) tot mooie stevige meubels. Het materiaal dat hij gebruikt, groeit zo snel terug, dat je niets eens merkt waar het gekapt werd. In tegenstelling tot de woudreuzen die er minstens honderd jaar over deden om hun huidige omvang te bereiken… en op een half uurtje worden omgelegd.
Niemand houdt zich aan de afgesproken regels wanneer er over de uitbating van het woud wordt gepraat. De bevoegde ambtenaar vertikt het om vanachter zijn bureau te komen om een toegewezen concessie te inspecteren… en gelooft de houtvester op zijn woord, wanneer die zegt hoeveel en welke bomen hij omhakte. Een andere ambtenaar van bosbouw en bosbeheer knijpt een oogje toe – voor een briefje van 1000 cfa – wanneer hij iemand betrapt met een stekelvarken over de schouder, of een bosantilope. Paul wordt er mismoedig van… wat kan hij – kleine man – beginnen tegen de ‘grote jongens’?
Onlangs krijg hij een fransman op bezoek… die zo maar eventjes 500 stoelen bestelde… voor export naar Frankrijk. Gelukkig kan hij dan rekenen op alle gezinsleden en zelfs zijn buren, om de bestelling zo snel mogelijk af te werken. De enige uitdaging die blijft is het bekomen van een klein krediet, dat hem in staat moet stellen om het nodige materiaal en gereedschap aan te schaffen om zulke grote bestellingen binnen de afgesproken tijd af te werken.
We hebben zowat een uurtje in Paul Atangana’s openluchtateliertje gezeten. Hij kan in – vlekkeloos Frans – uren vertellen… over zijn werk… het kappen van het materiaal… het maken van een stoel, maar ook filosoferen over het ‘leven’… hoe het verder moet met het woud, met de wereld. Hij klaagt ook wel dat hij niet genoeg verdient, maar slaagt er wel in om twee van zijn zoons naar de universiteit in Yaoundé te sturen… en of we geen voorschotje kunnen geven op de stoelen die hij voor ons aan het afwerken is, want straks staan zijn twee zoons – waar hij terecht trots op is – op de stoep… en zonder ‘iets’ kan hij ze toch niet terugsturen. Paul Atangana denkt aan de toekomst, investeert in zijn kinderen… maar denkt ook aan zijn kleinkinderen, die hier ook nog moeten kunnen leven. Of om het te zeggen met een oude indianenwijsheid: “Je erft de aarde van je kleinkinderen!’
Jullie steun is altijd welkom: www.broederlijkdelen.be of