30 september 2007
In Kameroen hadden we binnen de week al een verbinding met het Internet. Ook via het nationale telefoonbedrijf – Camtel – maar beter georganiseerd en steeds bereid om je met raad en daad bij te staan. De verbinding loopt via de GSM en je kunt dus inbellen waar je maar wil… op voorwaarde dat er netwerkverbinding mogelijk is. De snelheid van de verbinding varieert van 28.8 Kbps tot 115.2 Kbps, die een redelijk goede verbinding geeft en de mogelijkheid biedt om bij gelegenheid iets op te zoeken op het Net en niet al te grote bestanden te downloaden. Dus geen peperdure satellietinstallatie meer nodig en geen gesakker op slechte lijnen.
Tot surfs!
5 september 2007
Vrijdag 31 augustus 2007… rond 17 uur landden we op de luchthaven van Yaoundé. Wat een verschil met Guinee! Alle controles zijn correct georganiseerd en de immigratie- en douanediensten gedragen zich voorbeeldig… we waren ‘anders’ gewoon. Het is evenmin ‘lang’ wachten op de bagage – in Conakry kon je gerust een uur staan wachten op de eerste koffers – na 5 minuten kunnen we reeds ons eerste ‘stuk’ van de bagageband plukken. Na het ‘scannen’ van de koffers – we moesten ze zelfs niet openen – vinden we Lou (steunpunt Broederlijk Delen) en Elisabeth (Directrice van CRADIF) in de aankomsthal. De ‘kruiers’ gedragen zich zoals ze dat overal doen in Afrika… opdringerig. Ze willen allen een handje toesteken en een graantje meepikken… teveel handen voor te weinig koffers. De bagage wordt over twee auto’s verdeeld en we rijden richting stad. Een goede weg… en geen rijdende ‘wrakken’ en overladen minibusjes op de weg. Het enige dat ze lijken te respecteren van de wegcode… is het rechts rijden… voor de rest is het… het recht van de sterkste of de chauffeur met het meeste wilskracht. Maar… nogmaals… wat een verschil met Conakry! Geen chaotische toestanden aan de kant van de weg… en alles ook redelijk netjes. In de stad – toch goed voor 1 miljoen inwoners – geen onnoemelijk verkeersopstoppingen. En wat ons ’s avonds nog het meeste opvalt… er is steeds ‘stroom’… en water uit de kraan. We hebben het ooit anders gekend.
Het verkeer in Yaoundé
Het lijkt op een bezige mierenhoop. Iedere mier lijkt te weten waar ze juist naar toe wil en schuift mee aan in de rij die de juiste kant op gaat… tot ze aan een kruispunt komt en de andere kant opdraait… of toch nog even terugloopt… om dan weer in een andere rij mee verder te lopen. Ze raken mekaar soms lichtjes, maar erge ongelukken gebeuren er bijna nooit… of toch… wanneer een mier uit een ander deel van de hoop, zich op avontuur waagt in de andere delen van de hoop. Ze ritsen haast feilloos in mekaar, af en toe toeterend en foeterend – voor de couleur locale zeg maar – maar de beweging stokt haast nooit. Of toch… daar waar ze zich om wat dan ook moeten bevoorraden. Voorrang van rechts… ja, maar je moet ze niet té lang laten twijfelen of er zit zo een naarstig miertje tussen die je aarzeling als een uitnodiging opvat. Zo schuiven ze… bumper aan bumper door de stad in één vloeiende beweging… op de spitsuren begeleid door de met witte hoeden getooide politieagent of –agente. Vrolijk glimlachend om het steentje dat ze kunnen bijdragen aan het vlotte verloop van de ochtend- of avondspits.